A3H2R44

 0    20 speciālā zīme    Tom.G
lejupielādēt mp3 Drukāt spēlēt pārbaudiet sevi
 
jautājums atbilde
ik kan helaas niet komen.
sākt mācīties
Ich kann leider nicht kommen.
wat wil je worden?
sākt mācīties
Was willst du werden?
Daar kan je niets aan doen.
sākt mācīties
Da kann man nichts machen.
Hopelijk krijg je de baan.
sākt mācīties
Hoffentlich bekommst du den Job.
Ik wil een baan.
sākt mācīties
Ich will einen Job.
Mijn zus wil misschien arts worden.
sākt mācīties
Meine Schwester möchte vielleicht Ärztin werden.
Ik wil het liefst kunstenaar worden.
sākt mācīties
Ich möchte am liebsten Künstler werden.
Maf ik iets voorstellen?
sākt mācīties
Darf ich etwas vorschlagen.
Je komt niet? Dat is jammer.
sākt mācīties
Du kommst nicht? Das ist schade.
Komt dit je goed uit?
sākt mācīties
Passt dir das?
Hoeveel verdien je dan?
sākt mācīties
Wie viel verdienst du denn?
Wanneer werk je?
sākt mācīties
Wann arbeitest du?
Ik werk gemiddeld drie uur op een dag.
sākt mācīties
Ich arbeite durchschnittlich drei Stunden am Tag.
Het werk bevalt me helemaal niet
sākt mācīties
Die Arbeit gefällt mir gar nicht.
Ik wil later veel geld verdienen.
sākt mācīties
Ich will später viel Geld verdienen.
Dat is een goed idee.
sākt mācīties
Das ist eine gute Idee.
Je krijgt dan ook veel fooi.
sākt mācīties
Man bekommt dan auch viel Trinkgeld.
Ik heb geen tijd voor een baan.
sākt mācīties
Ich habe keine Zeit für einen Job.
Mijn zus brengt kranten rond.
sākt mācīties
Meine Schwester trägt Zeitungen aus.
Een baantje in een pizzeria zou ik heel leuk vinden.
sākt mācīties
Ein Job in einer Pizzeria würde mir ganz gut gefallen.

Skatīt līdzīgas flashcards:

A3 DU H1 L6

Lai ievietotu komentāru, jums jāpiesakās.