→ Czas Przeszły 2część → Sāciet mācīties / Lejupielādēt MP3 flashcards

jautājums		atbilde
nemen (wziąć) sākt mācīties		ik nam, ik heb genomen
rijden (jechać) sākt mācīties		ik reed/reden, ik heb gereden
schrijven (pisać) sākt mācīties		ik schrif/schreven, ik heb geschreven
slapen (spać) sākt mācīties		ik sliep, ik heb geslapen
spreken (mówić) sākt mācīties		ik sprak, ik heb gesproken
staan (stać) sākt mācīties		ik stond, ik heb gestaan
stelen (kraść) sākt mācīties		ik stal, ik heb gestolen
sterven (umrzeć) sākt mācīties		ik stierf/stierven, ik ben gestorven
vallen (upaść) sākt mācīties		ik viel, ik ben gevallen
verbieden (zabraniać) sākt mācīties		ik verbood/verboden, ik heb verboden
vergeten (zapomnieć) sākt mācīties		ik vergat, ik ben vergeten
vinden (znaleźć) sākt mācīties		ik vond, ik heb gevonden
weten (wiedzieć) sākt mācīties		ik wist, ik heb geweten
zien (widzieć) sākt mācīties		ik zag, ik heb gezien
zijn (być) sākt mācīties		ik was/waren, ik ben geweest
zitten (siedzieć) sākt mācīties		ik zat, ik heb gezeten

czas przeszły 2część