De populairste Engelse woorden 951 - 1000

 0    49 speciālā zīme    Engnl1000
lejupielādēt mp3 Drukāt spēlēt pārbaudiet sevi
 
jautājums atbilde
promised
Past simple en past participle van "to promise"
He promised me he would wait.
sākt mācīties
beloofde, beloofden
of "hebben beloofd"
Hij beloofde me dat hij op me zou wachten.
tree
We planted every single tree.
sākt mācīties
de boom
We hebben elke boom geplant.
foot
My foot still hurts since the last match.
sākt mācīties
de voet
Mijn voet doet me nog steeds pijn vanaf de laatste wedstrijd.
to continue
He should continue his English classes.
sākt mācīties
doorgaan
Hij zou met zijn Engelse lessen moeten doorgaan.
test
I had a short vocabulary test today.
sākt mācīties
de toets
Ik had vandaag een korte woordenschattoets.
cat
Cats are really independent.
sākt mācīties
de kat
Katten zijn echt wel onafhankelijk.
within
I'll be there within half an hour.
sākt mācīties
binnen
Ik zal er binnen een half uur zijn.
singing
Present participle van "to sing"
She's always singing in the shower.
sākt mācīties
zingen
Ze zingt altijd onder de douche.
nine
My daughter can only count to nine.
sākt mācīties
negen
Mijn dochter kan maar tot negen tellen.
village
I was born in a small village.
sākt mācīties
het dorp
Ik ben geboren in een klein dorp.
wearing
Present participle van "to wear"
She is wearing a yellow dress.
sākt mācīties
dragen
Ze dragt een gele jurk.
dollars
meervoud van "dollar"
I earn two thousand dollars a month.
sākt mācīties
dollars
Ik verdien tweeduizend dollars per maand.
to bother
I hope I'm not bothering you.
sākt mācīties
storen
Ik hoop dat ik je niet stoor.
girlfriend
He proposed to his girlfriend.
sākt mācīties
de vriendin
Hij heeft zijn vriendin ten huwelijk gevraagd.
bus
We are waiting for the next bus.
sākt mācīties
de bus
We zijn op de volgende bus aan het wachten.
crime
I've never committed any crime.
sākt mācīties
het misdrijf
Ik heb nooit een misdrijf begaan.
congratulations
Congratulations on your promotion!
sākt mācīties
gefeliciteerd
Gefeliciteerd met je promotie!
to doubt
I doubt I can learn Chinese.
sākt mācīties
twijfelen
Ik twijfel of ik Chinees kan leren.
camera
Did you take your camera?
sākt mācīties
de camera
Heb je je camera meegenomen?
became
Past simple van "to become"
He became famous thanks to his wife.
sākt mācīties
werd, werden
of "zijn geworden"
Hij werd beroemd dankzij zjin vrouw.
German
German is a difficult language.
sākt mācīties
Duits
Duits is een moeilijke taal.
shoes
Those shoes are uncomfortable.
sākt mācīties
schoenen
Die schoenen zijn ongemakkelijk.
truck
My wife works as a truck driver.
sākt mācīties
de vrachtauto
Mijn vrouw werkt als vrachtautobestuurder.
to kick
Try to kick the ball with your left foot.
sākt mācīties
schoppen
Probeer de bal met je linkervoet te schoppen.
card
Can I pay with a credit card?
sākt mācīties
de kaart
Kan ik met een creditkaart betalen?
in cash
I'll pay in cash.
sākt mācīties
contant
Ik zal contant betalen.
sleeping
Sleeping on the floor is healthy for your back.
sākt mācīties
slapen
Het slapen op de vloer is gezond voor je rug.
to push
Push the red button.
sākt mācīties
duwen, drukken
Druk op de rode knop.
moved
Past simple en past participle van "to move"
He moved abroad three years ago.
sākt mācīties
verhuisde, verhuisden
ook: "bewoog", "bewogen"
Hij verhuisde in het buitenland drie jaar geleden.
cute
Your puppy is so cute!
sākt mācīties
schattig, lief
Je pup is zo schattig!
to park
Do you remember where you parked our car?
sākt mācīties
parkeren
Herinner je je waar je onze auto geparkeerd hebt?
apartment
Our apartment is very spacious and cozy.
sākt mācīties
het appartement
Ons appartement is erg ruim en knus.
store
The store is closed until tomorrow.
sākt mācīties
de winkel
De winkel is dicht tot morgen.
to grow
Some people never grow up.
sākt mācīties
opgroeien
Sommige mensen groeien nooit op.
to owe
You owe me ten dollars.
sākt mācīties
schuldig zijn
Je bent me tien dollars schuldig.
especially
I love reading books, especially horror stories.
sākt mācīties
vooral
Ik lees wel graag boeken, vooral horror verhalen.
aunt
My aunt is a nurse.
sākt mācīties
de tante
Mijn tante is verpleegster.
to reach
I'm to short to reach that shelf.
sākt mācīties
bereiken
Ik ben te klein om die plank te bereiken.
summer
I'm going to Spain in the summer.
sākt mācīties
de zomer
In de zomer ga ik naar Spanje.
enemy
Time is our worst enemy.
sākt mācīties
de vijand
De tijd is onze grootste vijand.
island
Iceland is an island.
sākt mācīties
het eiland
IJsland is een eiland.
to iron
Could you iron my shirt, please?
sākt mācīties
strijken
Kun je mijn overhemd even strijken, alsjeblieft?
partner
She's my business partner.
sākt mācīties
de partner
ook in de zin: "vrouw", "man", "vriend", "vriendin"
Ze is mijn zakenpartner.
dictionary
Please look up the word in the dictionary.
sākt mācīties
het woordenboek
Zoek het woord op in het woordenboek, alsjeblieft.
milk
Would you like some milk?
sākt mācīties
de melk
Heb je zin in wat melk?
to describe
I can't see it, describe it to me.
sākt mācīties
beschrijven
Ik kan het niet zien, beschreef het aan mij.
to depend
It depends on many factors.
sākt mācīties
afhangen
Het hangt van veel factoren af.
crowd
I see a familiar face in the crowd.
sākt mācīties
de menigte
Ik zie een bekend gezicht in de menigte.
fresh
Milk is not fresh.
sākt mācīties
vers
Melk is niet vers.

Lai ievietotu komentāru, jums jāpiesakās.