vārdnīca poļu - holandiešu

język polski - Nederlands, Vlaams

prawo holandiešu valodā:

1. rechts rechts


Rechts houden.
Sla rechts af op de kruising.
De derde straat rechts.
Draai naar rechts aan de volgende hoek.
Toen ik hier pas was komen wonen, was er hier vlakbij een rotonde waarbij je rechts moest voorsorteren om linksaf te slaan. Die was vast door een Belgische aannemer gebouwd.
De vrachtwagen draaide scherp af naar rechts.
Geef altijd voorrang aan voertuigen die van rechts komen.
In de meeste europese landen moeten auto's rechts rijden.

Holandiešu vārds "prawo"(rechts) notiek komplektos:

6/2 Mag ik u wat vragen?
słówka zo gezegd 1 i 2

2. wet wet


Iedereen kent de wet.
Een gegeven woord is wet.
Vandaag doen wij een experiment dat verband houdt met de Wet van Ohm.
Het is onze plicht om de wet altijd te gehoorzamen.
De wet moet verbeterd worden.
Ge moet de wet naleven.
Een goede burger is gehoorzaam aan de wet.
De wet staat vol tegenstrijdigheden.
Nood breekt wet.
Als Nederlander word je geacht de wet te kennen.
Wie de wet minacht, zal gestraft worden.
Alle priesters zijn tegen de nieuwe wet.
Van alle natuurwetten erkennen veel mensen slechts de wet van de jungle.
Deze wet zal ons van onze grondrechten beroven.

Holandiešu vārds "prawo"(wet) notiek komplektos:

niderladzki 0-100