→ Het Lichaam 1 → Sāciet mācīties / Lejupielādēt MP3 flashcards

jautājums		atbilde
ciało Chcę spojrzeć na twoje piękne ciało. sākt mācīties		het lichaam Ik wil naar je mooie lichaam kijken.
szyja Nie mogę obrócić mojej szyi w lewo. sākt mācīties		de nek Ik kan mijn nek niet naar links draaien.
nos Miesiąc temu miałem korekcję nosa. sākt mācīties		de neus Een maand geleden heb ik een neuscorrectie gehad.
stopa, śmierdzieć Moje stopy śmierdzą rybami. sākt mācīties		de voet, stinken Mijn voeten stinken naar vissen.
głowa / silny Mam od rana silny ból głowy. sākt mācīties		het hoofd / hevig Ik heb sinds vanmorgen hevige hoofdpijn.
usta Nie powinieneś mówić z pełnymi ustami sākt mācīties		de mond Je moet niet met je mond vol praten.
łokieć Ona ma 2 różne łokcie. sākt mācīties		de elleboog Zij heeft 2 verschillende ellebogen.
kolano Poszedłem z moim kolanem do lekarza. sākt mācīties		de knie Ik ging met mijn knie naar de dokter.
oko Oko słonia jest znacznie większe niż ludzkie oko sākt mācīties		het oog Het oog van de olifant is veel groter dan het menselijk oog.
paznokieć u nogi Twoje paznokcie u nóg nie są obcięte. sākt mācīties		de het teennagel Je teennagels zijn niet geknipt.
obracać Obracam się i widzę ścianę. sākt mācīties		draaien Ik draai me om en zie de muur.
ścinać Fryzjer ścina klientom włosy. sākt mācīties		knippen De kapper knipt het haar van de klanten.

het lichaam 1