Lekcja 19-20

 0    198 speciālā zīme    Dreeczko
lejupielādēt mp3 Drukāt spēlēt pārbaudiet sevi
 
jautājums atbilde
po prawej
sākt mācīties
aan de rechterkant
polecać, polecić, zarekomendować
sākt mācīties
aanbevelen
beval aan, bevalen aan, h aanbevalen
zgłaszać się, zameldować
sākt mācīties
aanmelden (zich)
meldde aan, meldden aan, h aangemeld
wniosek
sākt mācīties
de aanvraag
de m/v pl. aanvragen
wnioskować/ składać/ złożyć wniosek o
sākt mācīties
aanvragen
vroeg aan, vroegen aan, aangevraagd
z tyłu
sākt mācīties
achteraan
akcja
sākt mācīties
de actie
de v pl acties
wydrukować
sākt mācīties
afdrukken
drukte af, drukten af, h afgedrukt
pochodzący z
sākt mācīties
afkomstig uit
wywoływać
sākt mācīties
afroepen
riep af, riepen af, h afgeroepen
odpisywać z konta, wyksięgować
sākt mācīties
afschrijven
schreef, schreven af, h afgeschreven
przybywać, przyjeżdzać
sākt mācīties
arriveren
arriveerde, arriverden, z gearriveerd
zlecenie stałe
sākt mācīties
de automatische afschrijving
de v pl. automatische afschrijvingen
banknot
sākt mācīties
het bankbiljet
pl. bankbiljetten
karta debetowa
sākt mācīties
de bankpas
de m, pl. bankpassen
konto w banku
sākt mācīties
de bankrekening
de v, pl. bankrekeningen
kwota, suma
sākt mācīties
het bedrag
pl. bedragen
odbiorca przelewu
sākt mācīties
de begunstigde
de m/v pl bedrunstigden
podatek
sākt mācīties
de belasting
de v pl. belastingen
deklaracja podatkowa
sākt mācīties
de belastingaangifte
de v
składać/ złożyć deklaracje podatkową
sākt mācīties
belastingaangifte doen
urząd podatkowy
sākt mācīties
de belastingdienst
de m
środki (na telefonie)
sākt mācīties
het beltegoed
określony, pewny
sākt mācīties
bepaald
osiągalny
sākt mācīties
bereikbaar
uszkodzony
sākt mācīties
beschadigd
oszczędzać, oszczędzić
sākt mācīties
besparen
bespaarde, bespaarden, h bespaard
karta płatnicza
sākt mācīties
de betaalkaart
de m/v
terminal płatniczy
sākt mācīties
de betaalterminal
de m
zainteresowany
sākt mācīties
de betrokkene
de m pl betrokkenen
potwierdzać, potwierdzić
sākt mācīties
bevestigen
bevestigde, bevestigden, h bevestigd
znajdować się
sākt mācīties
bevinden zich
bevond, bevonden, h bevonden
przechowywać, przechować
sākt mācīties
bewaren
bewaarde, bewaarden, h bewaard
(po)ruszać
sākt mācīties
bewegen
bewoog, bewogen, h bewogen
posiadacz
sākt mācīties
de bezitter
de (m).pl bezitters
wpłacać/wpłacić do banku
sākt mācīties
bij een bank storten
zadowolony, uradowany
sākt mācīties
blij
Odpowiednik polskiego PESEL
sākt mācīties
het BSN(Burgerserviecenummer)
VAT
sākt mācīties
Belasting over de toegevoegde waarde
btw
zagraniczny
sākt mācīties
buitenlands
urząd stanu cywilnego
sākt mācīties
het Bureau burgerlijke stand
tu: urząd
sākt mācīties
het bureau, de dienst
sprawy obywatelskie
sākt mācīties
de Burgerzaken
prezent, podarunek
sākt mācīties
het cadeau
pl. cadeaus
czek
sākt mācīties
de cheque
de m pl cheques
cyfra
sākt mācīties
het cijfer
w gotówce, gotówką
sākt mācīties
contant
dzięki komuś czemuś
sākt mācīties
Dankzij
złodziej
sākt mācīties
de dief
de m pl dieven
urząd komunikacji
sākt mācīties
de Dienst wegverkeer
de m
zgłaszać, zgłosić
sākt mācīties
doorgeven
gof door, gaven door, h doorgegeven
naciskać na/ przycisnąć coś
sākt mācīties
drukken op
drukte, drukten, h gedrukt
czas trwania
sākt mācīties
de duur
de m
zrealizować czek
sākt mācīties
een cheque innen
inde, inden, h geind
wypisać/wypisywać czek
sākt mācīties
een cheque uitschrijven
schreef uit, schreven uit, h uutgeschreven
prosty, łatwy
Lekcja 19 20
sākt mācīties
eenvoudig
elektroniczny
sākt mācīties
elektronisch
data (wystawienia) faktury
sākt mācīties
de factuurdatum
de m pl. factuurdatums/factuurdata
numer faktury
sākt mācīties
het factuurnummer
filia, oddział
sākt mācīties
het filiaal
pl. filialen
system ewidencji ludności
sākt mācīties
GBA(de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
dziać się, wydarzyć sie
sākt mācīties
geburen
geburde, geburden, z geburd
użycie, zastosowanie
sākt mācīties
het gebruik
żonaty, zamężna
sākt mācīties
gehuwd
bankomat
sākt mācīties
de geldautomaat
de m
gmina
sākt mācīties
de gemeente
de v
urząd gminy
sākt mācīties
het gemeentehuis
zarejestrowany związek partnerski
sākt mācīties
het geregistreerd partnerschap
nazwisko rodowe
sākt mācīties
de geslachtnaam
de m
żądany
sākt mācīties
gewenst
umieszczony
sākt mācīties
gezet
bezgotówkowo
sākt mācīties
giraal
żartobliwy, zabawny
sākt mācīties
grappig
gratis
sākt mācīties
gratis
(po)spieszyć się
sākt mācīties
haasten zich
haastte, haastten, h gehaast
ponowne osiedlenie się
sākt mācīties
de hervestiging
de v
wielka litera
sākt mācīties
de hoofdletter
de m/v pl. hoofdletters
posiadacz
sākt mācīties
de houder
de m
małżeństwo
sākt mācīties
het huwelijk
pl. huwelijken
dane dotyczące małżeństwa
sākt mācīties
de huwelijksgegevens
dowód osobisty
sākt mācīties
de identiteitskaart
urząd ds. imigracji i neutralizacji
sākt mācīties
de Immigratie- en neutralisatie dienst
na niebiesko
sākt mācīties
in blauw
płacić na raty
sākt mācīties
in termijnen betalen
składać/złożyć
np podanie lub wniosek
sākt mācīties
indienen
diende in dienden in h ingediend
formularz informacyjny
sākt mācīties
het informatieformulier
zameldowanie, rejestracja
sākt mācīties
de inschrijving
de v pl inschrijvingen
wypełnianie
sākt mācīties
de invulling
de v
zamieszkały u
sākt mācīties
inwonend bij
rozliczenie roczne
sākt mācīties
de jaarafrekening
de v
chłopiec
sākt mācīties
de jongen
czytnik kart
sākt mācīties
de kaartlezer
de m
popsuty, zepsuty
sākt mācīties
kapot
numer rejestracyjny pojazdu
sākt mācīties
het kentekennummer
klient
sākt mācīties
de klant
de m pl klanten
karta klienta
sākt mācīties
de klantenkaart
de m/v
guzik
sākt mācīties
de knop
de m pl knoppen
spłacać kredyt
sākt mācīties
krediet aflossen
loste af, losten af h afgelost
brać kredyt
sākt mācīties
krediet afsluiten
sloot af, sloten af, h afgesloten
udzielać kredytu
sākt mācīties
krediet verstrekken
verstrekte, verstrekten, h verstrekt
zgubić
sākt mācīties
kwijt zijn
was waren z geweest
kazać zlecać, dać coś zrobić komuś
zlecić zwiększyć limit
sākt mācīties
laten
limiet laten verhogen
liet, lieten, h gelaten
pożyczka
sākt mācīties
de lening
de v pl leningen
limit
sākt mācīties
de limiet
de m/v limieten
tytuł przelewu
sākt mācīties
de mededeling
de v
nazwisko rodowe
sākt mācīties
de meisjesnaam
płacić czekiem
sākt mācīties
met cheque betalen
obowiązujący/ważny od
sākt mācīties
met ingang van
w porównaniu z
sākt mācīties
in vergelijking tot
numer komórkowy
sākt mācīties
het mobiel nummer
moneta
sākt mācīties
de munt
de m/v
przelewać pieniądze na konto
sākt mācīties
naar een rekening overmaken/overschrijven
narodowość/obywatelstwo
sākt mācīties
de nationaliteit
de v
koniecznie
sākt mācīties
noodzakelijk
numerek
sākt mācīties
het nummertje
aparat wydający numerki
sākt mācīties
het nummerjesapparaat
podpisywać/podpisać
sākt mācīties
ondertekenen
ondertekende, ondertekenden, h ondertekend
nieżonaty/niezamężna
sākt mācīties
ongehuwd
spotykać/spotkać
sākt mācīties
ontmoeten
ontmoette, ontmoetten h ontmoet
nieoczekiwany, nieoczekiwanie
sākt mācīties
onverwacht
przelewać/przelać pieniądze na konto
sākt mācīties
op een rekening overmaken/overschrijven
wpłacać na konto
sākt mācīties
op een rekening storten
zleceniodawca przelewu
sākt mācīties
de opdrachtgever
de m
otwierać, otworzyć
sākt mācīties
openen
opende, openden, h geopend
zasilać, ładować
sākt mācīties
opladen
laadde op, laadden op, h opgeladen
limit wypłat gotówkowych
sākt mācīties
de opnamelimiet
de m/v
pobierać/wypłacać
sākt mācīties
opnemen
nam op, namen op, h opgenomen
karta doładowująca
sākt mācīties
de opwaardeerkaart
de m/v
doładowywać konto
sākt mācīties
opwaarderen
waardeerde op, waardeerden op, h opgewaardeerd
dane dotyczące rodziców
sākt mācīties
de oudergegevens
przelewać (pieniądze)
sākt mācīties
overmaken/overschrijven
maakte over, maakten over, h overgemaakt schreef over, schreven over, h overgeschreven
przelew
sākt mācīties
de overschrijving
de v
zlecenie przelewu
sākt mācīties
de overschrijvingopdracht
de m/v
kredyt osobisty
sākt mācīties
de persoonlijke lening
de v
dane osobowe
sākt mācīties
de persoonsgegevens
kod pin
sākt mācīties
de pincode
de m
płacić kartą płatniczą/pobierać pieniądze z bankomatu
sākt mācīties
pinnen
pinde, pinden, h gepind
karta płatnicza
sākt mācīties
de pinpas
de m
portmonetka
sākt mācīties
de portemonnee
de m pl. portemonnees
promocyjny
sākt mācīties
promotioneel
punkt
sākt mācīties
het punt
pl. punten
regularny, regularnie
sākt mācīties
regelmatig
rządzić
sākt mācīties
regeren
regeerde, regeerden, h geregeerd
(za)rejestrować
sākt mācīties
registereren
registeerde, registeerden, h geregisteerd
wyciąg z konta
sākt mācīties
het rekeningafschrift
odsetki
sākt mācīties
de rente
de m/v pl renten rentes
prawo jazdy
sākt mācīties
het rijbewijs
być pod kreską
sākt mācīties
rood staan
stond, stonden, h gestaan
saldo
sākt mācīties
het saldo
pl. saldi/saldo's
zamieszkały z
sākt mācīties
samenwonend bij
(o)golić
sākt mācīties
scheren
schoor, schoren h geschoren
stapiać się
sākt mācīties
smelten
smolt, smolten, h/z gesmolten
odpowiednik polskiego nip
sākt mācīties
sofinummer (sociaal-fiscaal nummer)
konto oszczędnościowe
sākt mācīties
de Spaarrekening
de v
(na)zbierać
sākt mācīties
sparen
spaarde, spaarden, h gespaard
specjalny, specjalnie
sākt mācīties
speciaal
wpłacać
sākt mācīties
storten
stortte, stortten, h gestort
do zapłaty
sākt mācīties
te betalen
temperatura
sākt mācīties
de temperatuur
de v
przyszłość
sākt mācīties
de toekomst
de v
na koniec
sākt mācīties
tot slot
łącznie, razem
sākt mācīties
totaal
koszty transakcji
sākt mācīties
de transactiekosten
ciągnąć, wyciągać(np hajsik)
sākt mācīties
trekken
trok, trokken, h getrokken
żenić się
sākt mācīties
trouwen
trouwde, trouwden, h/z getrouwd
wypłacać, wypłacić
sākt mācīties
uitbetalen
betaalde uit, betaalden uit, h uitbetaald
na końcu, wreszcie
sākt mācīties
uit eindelijk
wydatek
sākt mācīties
de uitgave
de m/v pl. uitgaven
data realizacji
sākt mācīties
de uitvoeringsdatum
de m
pole "kratka"
sākt mācīties
het vakje
pl. vakjes
wypłacać z banku
sākt mācīties
van een bank uitbetalen
wypłacać z konta
sākt mācīties
van een rekeing uitbetalen
numer stacjonarny
sākt mācīties
het vast nummer
(po)łączyć
sākt mācīties
verbinden
verbond, verbonden, h verbonden
pobyt
sākt mācīties
het verblijf
dane dotyczące pobytu
sākt mācīties
de verblijfsgegevens
pozwolenie na pobyt
sākt mācīties
de verblijfsvergunning
de v
zużycie
sākt mācīties
het verbruik
podwyższać
sākt mācīties
verhogen
verhoogde, verhoogde, h verhoogd
przeprowadzka
sākt mācīties
de verhuizing
de v
(wy)tłumaczyć
sākt mācīties
verklaren
verklaarde, verklaarden, h verklaard
przypuszczalny, przypuszczalnie
sākt mācīties
vermoedelijk
odnawiać, przedłużać
sākt mācīties
vernieuwen
vernieuwde, vernieuwden h vernieuwd
data ważności
sākt mācīties
de vervaldatum
de m pl/ datums/data
(z)nudzić
sākt mācīties
vervelen
verveelde, verveelden, h verveeld
karta ubezpieczeniowa
sākt mācīties
de verzekeringskaart
de m/v
znalazca
sākt mācīties
de vinder
de m pl. vinders
wiza
sākt mācīties
het visum
pl. visa/visums
(po)czuć
sākt mācīties
voelen
voelde, voelden, h gevoeld
korzystny, korzystnie
sākt mācīties
voordelig
postanawiać, postanowić
sākt mācīties
voornemen zich
nam voor, namen voor, h veergenomen
przedpłata, zaliczka
sākt mācīties
het voorschot
pl. voorschotten
forma, kształt
sākt mācīties
de vorm
de m pl. vormen
dostawca wody
sākt mācīties
de waterleverancier
de m
rachunek za wode
sākt mācīties
de waterrekening
de v
strona internetowa
sākt mācīties
de webpagina/website
de m/v pl webpagina's/websites
wdowieństwo
sākt mācīties
de weduwstaat
de m
karta ubezpieczenia zdrowotnego
sākt mācīties
de ziekteverzekeringkaart
de m/v

Lai ievietotu komentāru, jums jāpiesakās.