→ Preposities → Sāciet mācīties / Lejupielādēt MP3 flashcards

jautājums		atbilde
aandacht geven aan We moeten meer aandacht geven aan de kinderen. sākt mācīties		Poświęcić uwagę na
aanlopen tegen een probleem sākt mācīties		napotkać na np. problem
zich aanpassen aan Eddie moet zich aanpassen aan de veranderingen. sākt mācīties		przystosować się do / dostosować się (np. do sytuacji)
actie voeren tegen Actie voeren tegen de oorlog. sākt mācīties		podjąć działania przeciwko
afhankelijk zijn van Ik wilde nooit meer afhankelijk zijn van een ander. sākt mācīties		być zależnym od (czegoś lub kogoś)
een band hebben met Het lijkt wel alsof we een band hebben met elkaar. sākt mācīties		mieć więź z (kimś lub czymś)
bang zijn voor Je moet niet bang zijn voor je dromen. sākt mācīties		czegoś się bać
zich baseren op En in principe wilden ze zich baseren op verschillende ideeën. sākt mācīties		opierać się na (np. faktach)
op basis van Wij moeten dat kunnen oplossen op basis van argumenten. sākt mācīties		na podstawie (np. dokuementów)
behoefte hebben aan Veel kinderen hebben behoefte aan een liefdevolle familie. sākt mācīties		mieć potrzebę (np. miłości)
met behulp van Hij kwam in die kamer met behulp van deze chip. sākt mācīties		za pomocą (np. chipa)
zich bemoeien met Dat zal zich bemoeien met het proces. sākt mācīties		ingerować w coś
zich beroepen op Men zal zich beroepen op de vrijheid. sākt mācīties		powołać się na (np. artykuł w prawie)
een beslissing nemen over U moet een beslissing nemen over een belangrijke kwestie. sākt mācīties		podjąć decyzję w sprawie
betrokken zijn bij Zij is betrokken bij iets gevaarlijks vanavond. sākt mācīties		być zaangażowanym w coś
bezig zijn met Ik zal bezig zijn met mijn film. sākt mācīties		być czymś zajętym
op bezoek gaan bij iemand Ik wil bij iemand op bezoek gaan, we komen er toch langs. sākt mācīties		odwiedzić kogoś
bezuinigen op We moeten bezuinigen op het licht. sākt mācīties		ograniczać np. wydatki
een bijdrage leveren aan Ik wil een bijdrage leveren aan je campagne. sākt mācīties		przyczynić się do (np. sukcesu)
contact maken/hebben met Waarom kan ik geen contact maken met mensen? sākt mācīties		mieć/nawiązać z kimś kontakt
dol zijn op Kinderen zullen dol zijn op dit hondje. sākt mācīties		oszaleć na czyimś punkcie
effect hebben op Een kleine aanpassing kan een groot effect hebben op je leven. sākt mācīties		mieć wpływ na coś
eisen stellen aan Je moet eisen stellen aan iemand die hier wil wonen. sākt mācīties		postawić warunki (np. nowemu lokatorowi)
ervaring hebben met Je moet veel ervaring hebben met opvoeden. sākt mācīties		mieć doświadczenie w
gebrek hebben aan Dit kind zal geen gebrek hebben aan mensen die van hem houden. sākt mācīties		mieć braki (np. w dyscyplinie)
gebruikmaken van We moeten gebruikmaken van de methodes van de vijand. sākt mācīties		posługiwać się, użyć (np. metodą)
geinteresseerd zijn in Mocht je geinteresseerd zijn in moderne dans, dan kunnen we dit ook voor je regelen. sākt mācīties		być czymś zainteresowanym
genoeg hebben van We hebben genoeg van elkaar. sākt mācīties		mieć czegoś dość
gevoelig zijn voor Dit kan ernstige allergische reacties veroorzaken bij patiënten die gevoelig zijn voor latex. sākt mācīties		być wrażliwym na
als gevolg van Dagelijks sterven 30000 kinderen als gevolg van uitzonderlijke armoede. sākt mācīties		w wyniku
gewend zijn aan De verhuurder heeft twee liefde honden, die gewend zijn aan de gasten. sākt mācīties		być przyzwyczajonym do
goed zijn in Ik hou van mannen die goed zijn in wiskunde. sākt mācīties		być w czymś dobrym
aan de hand van Elk project wordt beoordeeld aan de hand van een milieueffectbeoordeling. sākt mācīties		na podstawie
herinnering hebben aan ‘Ik wil geen herinneringen hebben aan de tijd vóór vandaag.’ sākt mācīties		mieć wspomnienia
zich hoeden voor Ze kunnen zich hoeden voor besmetting. sākt mācīties		strzec się
zich houden aan Ze moet zich houden aan haar woord. sākt mācīties		dotrzymywać (np. słowa)
indruk maken op Ik wilde indruk maken op een dame. sākt mācīties		imponować (komuś)
ingrijpen in Je kunt ingrijpen in deze zaak. sākt mācīties		interweniować
inschrijven voor Je kunt je inschrijven voor de cursus. sākt mācīties		Zapisać się (np. na kurs)
intekenen op Passagiers kunnen intekenen op jouw rit via de app. sākt mācīties		subskrybować
invloed hebben op Laat het alleen geen invloed hebben op mijn zomerplannen. sākt mācīties		mieć na coś wpływ
kennismaken met Laten we kennismaken met de kandidaten. sākt mācīties		kogoś poznać
korting krijgen op Kan ik korting krijgen op een abonnement? sākt mācīties		dostać zniżkę na coś
kritiek hebben op Je mag geen kritiek hebben op hun werk. sākt mācīties		krytykować kogoś lub coś
leiden tot Dat kan leiden tot discriminatie. sākt mācīties		prowadzić do (czegoś)
onder leiding van Het secretariaat-generaal staat onder leiding van een secretaris-generaal. sākt mācīties		prowadzone przez
lijden aan Veel mensen lijden aan een seleniumtekort. sākt mācīties		cierpieć z powodu
in de loop van De producten kunnen in de loop van de tijd veranderen. sākt mācīties		w trakcie, w toku (np. życia)
te maken hebben met Wij willen echter ook absoluut niets te maken hebben met het terrorisme. sākt mācīties		być powiązane z czymś, mieć do czynienia z czymś
nadruk leggen op Christie wil bij de whiskyproductie de nadruk leggen op kwaliteit. sākt mācīties		położyć nacisk na
neerkomen op Dit zou neerkomen op maximaal 1,3 liter water per dag vanaf 1 m2 van het product. sākt mācīties		zaokrąglić do
omringd worden door Ik wil omringd worden door vrienden en collega's. sākt mācīties		być otoczonym przez
onzeker zijn over Huurders wachten met het tekenen van een contract omdat ze onzeker zijn over de economie. sākt mācīties		nie być pewnym (np. przyszłości)
in opdracht van Ik werkte in opdracht van een cliënt. sākt mācīties		(pracować) na zlecenie
openstaan voor Nou, ik zou openstaan voor discussie. sākt mācīties		być otwartym na (np. nowe wrażenia)
opkijken tegen Een kind moet kunnen opkijken tegen z'n vader. sākt mācīties		szanować, patrzeć jako przykład (np. tatę)
opzien tegen Het was meer dan opzien tegen de dood. sākt mācīties		być przerażonym
moed putten uit Moed putten uit hun voorbeeld sākt mācīties		czerpać odwagę z
recht hebben op Ik vind dat ze recht hebben op informatie. sākt mācīties		mieć prawo do
rekenen op Onze cliënten mogen rekenen op flexibele en multidisciplinaire teams. sākt mācīties		liczyć na
zich richten op Zo kon ze zich richten op wat echt belangrijk was. sākt mācīties		skupić się na (czymś)
rondkomen van Zij moeten samen met hun gezin rondkomen van minder dan 1,90$ per dag. sākt mācīties		związać koniec z końcem
schade toebrengen aan Het gaat om activiteiten die ernstige schade toebrengen aan de markt. sākt mācīties		spowodować uszkodzenie
zich schamen voor Hij zal zich schamen voor je gedrag. sākt mācīties		być zawstydzonym
service bieden aan Wij willen een zo goed mogelijke service bieden aan onze klanten. sākt mācīties		oferować usługi
solliciteren naar Ik moet solliciteren naar een baan. sākt mācīties		aplikować o prace
spijt hebben van Dan moet je geen spijt hebben van moeilijke beslissingen. sākt mācīties		żałować czegoś
terugkomen op Ik wil graag kort terugkomen op drie punten. sākt mācīties		wrócić do
tijd besteden aan Je wilt graag tijd besteden aan persoonlijke ontwikkeling sākt mācīties		spędzać czas na
toegang krijgen tot Mannen en vrouwen moeten daarom gelijke toegang krijgen tot opleidings. sākt mācīties		uzyskanie dostępu do
uitgaan van Laten we dus uitgaan van wat er bereikt is. sākt mācīties		rozpocząć od / zacząć od
uitkomen voor Maar vandaag de droom kan uitkomen voor iedereen. / Dit jaar zal zij uitkomen voor 4 verschillende teams in 3 nationale competities. sākt mācīties		spełnić się (np. marzenie) / grać dla (np. drużyny)
uitlopen op Als je je partner probeert te veranderen zal dat uitlopen op veel ruzies. sākt mācīties		skutkować w
onder vallen Alle dialecten vallen onder de standaardtaal. sākt mācīties		być objętym, podpadać pod
vechten voor/tegen Je zal vechten voor ons allemaal. sākt mācīties		walczyć za/przeciw
verbinden met Kan niet verbinden met de proxy-server. sākt mācīties		połączyć się z
verslaafd zijn aan Dat zien we soms bij mensen die verslaafd zijn aan opiaten. sākt mācīties		być uzależnionym od
verstand hebben aan Je moet wel erg weinig verstand hebben. sākt mācīties		mieć pojęcie (np. na jakiś temat)
verwachtingen hebben van Ik mag geen verwachtingen hebben van onze relatie. sākt mācīties		mieć oczekiwania od
verwarring scheppen over Dit zal wel even verwarring scheppen. sākt mācīties		wywołać zamieszanie
verzekerd zijn tegen Dit houdt in dat alle zendingen verzekerd zijn tegen schade, diefstal etc. sākt mācīties		być ubezpieczonym przeciwko
voldoen aan Deze programma's moeten voldoen aan bepaalde kwaliteitsnormen. sākt mācīties		spełniać (np. oczekiwania)
op weg zijn naar We zullen binnen een week op weg zijn naar Frankrijk. sākt mācīties		jesteś w drodze do
zich zorgen maken over Maar ook steeds meer ondernemers gaan zich zorgen maken over de economische effecten. sākt mācīties		Martwić się o
onderzoek doen naar De politie wil geen onderzoek doen naar cartel misdaden. sākt mācīties		dochodzenie w sprawie
rekening houden met Onze piloten moeten rekening houden met de weersomstandigheden. sākt mācīties		brać coś pod uwagę
afstand nemen van Je moet even afstand nemen van de situatie. sākt mācīties		zdystansować się (od kogoś lub czegoś np. sytuacji)
tijd doorbrengen met Ik wil één dag rustig doorbrengen met m'n dochter. sākt mācīties		Spędzać czas z
geven om We geven om de veiligheid van kinderen. sākt mācīties		opiekować się kimś, dbać o coś lub kogoś
horen bij Deze drie mannen horen bij mij. sākt mācīties		należeć do (np. grupy)
leren van Maar goed, we leren van onze fouten. sākt mācīties		uczyć się (np. z własnych błędów)
meedoen aan Daarnaast kan jong én oud meedoen aan workshops. sākt mācīties		brać udział w czymś
schuldig maken aan sākt mācīties		być winnym
de aantijgingen sākt mācīties		zarzuty; oskrażenia
de situatie is als volgt sākt mācīties		sytuacja wygląda następująco

Preposities

Lai ievietotu komentāru, jums jāpiesakās.

vairāk