1. rekening
Je moet er rekening mee houden.
Je moet rekening houden met zijn leeftijd.
Na het eten vroeg ik om de rekening.
O jeetje... zuchtte Al Sayib. "Nou, hoeveel heb je nodig? Er staat iets van 10 mille op mijn offshore rekening te staan."
Mag ik de rekening, alstublief?
Zet dat maar op mijn rekening.
Het is prima, lachte Dima. "Ik ben per slot van rekening nog in de groei. Ik groei er wel in."
Per slot van rekening blijft niets eeuwig bestaan.
Kom laten we drinken op mijn rekening.
Ik zal u direct de rekening brengen.
De rekening, alstublieft.
Zelfs rekening houdend met uw uitleg, denk ik nog dat de schuld bij u ligt.
Je moet rekening houden met zijn geestelijke gesteldheid.
Politici moeten rekening houden met de publieke opinie.
De rekening bedroeg 100 dollar.
2. de rekening
Mogen wij de rekening, alstublieft?
Holandiešu vārds "bill"(de rekening) notiek komplektos:
De populairste Engelse woorden 701 - 750