vārdnīca angļu - holandiešu

English - Nederlands, Vlaams

go holandiešu valodā:

1. gaan gaan


Ons blauwe beddengoed hoeft niet gestreken te worden en is heel lekker zacht; je verheugt je er 's avonds altijd al op om naar bed te gaan!
Je moet gaan.
Als je Esperanto spreekt kun je naar interessante en leuke bijeenkomsten gaan, die verspreid over de hele wereld plaatsvinden.
Volgens een Turks spreekwoord gaan de dagen traag voorbij, maar vliegen de jaren.
Deze sleutelhangers gaan als warme broodjes over de toonbank. Ik denk dat ze morgen al uitverkocht zullen zijn.
/ ga/ ging(en)/ h.z. gegaan
Wanneer jullie naar Roemenië gaan, zullen jullie het Kasteel van Dracula bezoeken.
Japanse middelbareschoolleerlingen gaan 35 weken per jaar naar school.
Vooraleer te gaan slapen in een hotel, ga eerst na waar de nooduitgang zich bevindt.
Een Engelsman, een Belg en een Nederlander gaan een café binnen en nemen plaats aan de toog. Zegt de barkeeper: "Wacht even, is dit een mop of zo?"
... Hé, hé jullie twee, gaan alle hekken los als je weet dat ik trakteer?
Jij en ik weten natuurlijk wel beter dan dat je verkouden zou worden door zonder jas naar buiten te gaan, maar je zult ze de kost moeten geven die denken dat dat wel zo is.
Wat? zei Al-Sayib. "Denk je dat je nu ineens met een Armani moet gaan lopen pronken, omdat je op de internationale tv bent?
En zo zat hij op een keer aan het eind van de middag in de tuin te eten, toen een dame met een baret rustig in zijn richting kwam om aan de tafel naast hem te gaan zitten.
Toen ik hen twee tijdens een afspraakje zag, vroeg ik: "Gaan jullie trouwen?"

Holandiešu vārds "go"(gaan) notiek komplektos:

Most common Dutch words 51 - 100
10 words in 10 seconds - 10 woorden in 60 seconden
10 woorden in 60 seconden - 10 words in 10 seconds
Activities - De handelingen
De handelingen - Activities

2. ga ga


Soms ga ik lopend naar het werk en soms op de fiets, want ik woon heel dicht bij mijn werk.
Ga slapen.
Alstublieft mevrouw, ga uw gang!
Ga om met de anderen, zoals je wil dat de anderen met jou omgaan.
Drie kinderen grootbrengen én de kost verdienen is niet niks. Ga er maar aan staan als alleenstaande moeder!
Als ze je niet ontvangen en niet luisteren naar je woorden, ga dan weg uit dat huis of die stad en stamp het stof van je voeten.
Het is onvermijdelijk dat ik ooit een keer naar Frankrijk ga, ik weet alleen niet wanneer.
Alleen ga ik niet naar de cinema, want na de film wens ik die graag te bespreken met iemand.
Er kleven voor- en nadelen aan allebei je meningen, ik ga dus niet meteen besluiten welke te ondersteunen.
Vooraleer te gaan slapen in een hotel, ga eerst na waar de nooduitgang zich bevindt.
Als ge moe zijt, waarom gaat ge dan niet slapen? "Omdat, als ik nu ga slapen, ik te vroeg wakker ga worden."
Hoe vroeger ik 's nachts ga slapen, hoe vroeger ik 's morgens opsta.
Het heeft niks met mij te maken, staat gelijk aan dat ik hier niet hoef te zijn. Daarom ga ik hier weg, ongeacht wat er gezegd zal worden.
Waarom ga je niet gewoon naar die meneer toe en vraag je het hem? Hij zal je heus niet opeten.
U hebt al de hele ochtend over dit probleem nagedacht. Ga nu eerst maar eens lunchen.

Holandiešu vārds "go"(ga) notiek komplektos:

11. Present Simple